Beantwoording schriftelijke vragen Samen Waalwijk over ontwikkelingen Tilburgseweg, locatie Groenrijk.

Het college draait weer om de hete brij heen en verschuilt zich achter de projectontwikkelaar. Dat blijkt weer uit de beantwoording van vragen van Samen Waalwijk.

De plannen voor dit project waren al bekend voordat de plannen van Skeave Huse werden besproken. Als die plannen wel door zouden zijn gegaan had Sprang-Capelle aan de Tilburgseweg en op de locatie Groenrijk in een klap er een paar honderd spoedzoekers, waaronder vluchtelingen, bij gekregen. Het is de vraag waarom het college deze ontwikkeling niet eerder bekend heeft gemaakt.

De eerste contacten met de gemeente waren er al in januari van dit jaar en de raad bij de behandeling van het voorstel hier niet over is geïnformeerd.

Inwonerparticipatie is nu weer een wassen neus. De inloop voor de belangstellenden was voor de ontwikkelaar alleen aanleiding om interesse te polsen. Het was meer een ‘verkoopplaatje’ dan dat zorgen bij inwoners konden worden weggenomen.

Duidelijk is dat er nog niet veel duidelijk is, maar dat er wel fors gestapeld gaat worden om het aantal van een paar honderd woningen te halen. Het college doet het voorkomen dat bij de verschillende contacten met de ontwikkelaar er geen stedenbouwkundige voorwaarden zijn meegegeven. Dit is een woonwijk met een hotel, dat is heel iets anders dan de eerdere plannen.

Waarom wordt er pal langs de weg gebouwd, terwijl het advies van de GGD om dit niet te doen? Aan de gezondheidsricico’s voor deze specifieke groep mensen wordt kennelijk geen waarde gehecht.

En de raad? Die wordt pas betrokken als er een concreet plan is. Dat is de wereld op zijn kop. Dat is democratie in Waalwijk. Er is nog een wereld te winnen.

Hieronder de antwoorden.

Als Samen Waalwijk maken wij er graag met u samen een punt van.

Heeft u vragen of opmerkingen neem dan gerust contact met ons op. Mail naar fractie@samenwaalwijk.nl

Copyright © 2023 Samen Waalwijk. Alle rechten voorbehouden.
Vormgeving en site: Cool Clogs – Fotografie: Patrick van de Laar.